Giuseppe Clemente Dall’Abaco, zoon van een beroemde componist uit Verona, leerde als kleine jongen cello spelen toen hij opgroeide in München, Duitsland, ongeveer in de tijd dat Bach zijn beroemde cellosuites schreef. Een paar jaar later, in 1729, vond Dall’Abaco zijn eerste baan als cellist, in Bonn aan het hof van de keurvorst van Keulen, en begon hij aan een fascinerende muzikale carrière die hem naar prominente plaatsen in Londen, Parijs, Wenen en andere Europese muzikale centra leidde. Franse gratie, Duitse logica en Italiaanse virtuositeit komen samen in Giuseppe Clemente Dall’Abaco’s prachtige cellosonates en celloduo’s, een eerste opname ter wereld van werken die een opmerkelijk scala aan technische eisen en muzikale variëteit bieden.

Booklet: EN, FR, DE